Home
De redding of ondergang van oud-Semarang


Gereja BlendukWandelend door Kota Lama, de Oude Stad van Semarang, val je van de ene in de andere verbazing. Ooit gedacht dat hier zoveel monumenten uit de Hollandse tijd bij elkaar stonden? Van zo’n kwaliteit? Nee, natuurlijk niet. Semarang, dat aan de noordkust van Midden-Java ligt, valt buiten het pakket van vrijwel iedere toerist, die liever afreist naar Yogjakarta, Bali of het Toba-meer. En onze architectuurhistorische horizon reikt niet veel verder dan de sluizen van IJmuiden. Dat is bijna beledigend voor Semarang, een van de mooiste steden van Java. Intussen is het alle hens aan dek geblazen voor monumentenbeschermers. De Oude Stad is zeer ernstig vervallen. Dat mag geen Nederlandse monumentenorganisatie onberoerd laten.

Met een air-con bus waren we van Surabaya naar Semarang gereist, voor een groot deel over de Grote Postweg, de Jalan Raya Pos, die gouverneur-generaal Daendels vanaf 1808 over een lengte van 1000 km langs de noordkust van Java liet aanleggen. Het is een smalle tweebaansweg, de bus vocht zich naar voren in het ratjetoe van transportmiddelen die in het dichtbevolkte Java allemaal hun recht claimen op gebruik van de Postweg: een alternatief is eenvoudig niet voorhanden, Daendels’ weg is tot op de dag van vandaag dé weg van west naar oost. Een monument van de eerste orde, dat zeker. De grote schrijver Pramoedya Ananta Toer wijdde er enkele jaren geleden een essay aan.

Een dag later brengt een taxi ons van het hotel naar de voormalige Heerenstraat, nu Jl. Letjend. Suprapto, en vroeger een stukje van de Grote Postweg. Op de plaats van een parkje waar tot voor kort ’s nachts hoeren en zwervers sliepen, paradeerde vroeger het koloniale leger. De plek heette toen Paradeplein. ‘ ’s Nachts is het een hier nog steeds een stille wijk met straatprostitutie. Je voelt je dan als vrouw onveilig,’ zegt ir. Wirjani Raharjo, een jonge vrouw die ons begeleidt. Zij zit in het bestuur van een stichting, de Yayasan Kota Lama Semarang, die de oude stad van de ondergang probeert te redden. Over het baanbrekende werk van haar stichting straks meer.

ParadepleinNed. Handel MaatschappijHier, in de Heerenstraat, staan we voor een van de grote monumenten van Semarang. Gereja Blenduk, de voormalige Protestantse Koepelkerk uit 1753, gebouwd in de vorm van een Grieks kruis en nog steeds in gebruik als kerk, iedere zondag zijn er diensten. Het is de oudste kerk in Midden Java en op een na de oudste van het hele eiland. De oorspronkelijke architect is onbekend, maar het gebouw werd in 1894/95 drastisch vernieuwd door W. Westmaas en H.P.A. de Wilde. Deze voegden er aan het eind van de vorige eeuw twee torens aan toe. Dat moge naar de maatstaven van heden bizar lijken, het eindresultaat is een evenwichtig bouwwerk met perfecte verhoudingen. We bewonderen de mooie klassieke ingangspartij, de grote verbleekte koperen koepel. En binnen schitterende kroonluchters, originele stoelen en banken, een schoonheid van een barok orgel, dat helaas niet meer werkt, er is zelfs geen deskundige die het kan herstellen. Een gietijzeren wenteltrap, door Pletterij Den Haag vervaardigd, leidt naar het orgel. De fundering van het gebouw houdt het nog, maar de kerk is aan een opknapbeurt toe, al ziet hij er na een schilderbeurt bedrieglijk patent uit.

Thomas Karsten
Nill MijTegenover de Gereja Blenduk staat een topwerk uit 1920 van architect Thomas Karsten (1884-1945), de architect die als geen ander een stempel op Semarang heeft gedrukt. Berlage meende zelfs (1923): ‘Ik zou de stad Semarang de stad van Karsten willen noemen (…).’ Karsten vertrok in 1914 naar Nederlands-Indië, was tussen 1916 en 1942 adviseur van de gemeente Semarang, ontwierp er tal van uitbreidingsplannen plannen en was architect van een groot aantal gebouwen. Ook andere gemeenten op Java lieten zich graag door hem adviseren. Op zijn naam staat een lange lijst van publicaties. Zijn werk is van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van de architectuur- en stedenbouw in Nederlands-Indië. Het wordt gekenmerkt door een grote, monumentale stijl, verfijnd gedetailleerd met art deco elementen. Tijdloze en constant hoge kwaliteit. Karsten was een van de grootste Nederlandse architecten van de 20-ste eeuw, maar geniet in Nederland nauwelijks bekendheid. Hij was in zijn latere jaren een overtuigd voorstander van zelfbestuur voor de Indonesiërs en was persoonlijk bevriend met Soekarno.

Zijn Nillmij uit 1916, het gebouw waarvoor we nu staan, is een vroeg werk. Sinds de nationalisatie kort na de oorlog onderkomen van de PT Asuransi Jiwasraya, net als de Nillmij een verzekeraar. In het pand, achthoekig met drie verdiepingen en wit betegelde vloeren, zijn Javaanse, Nederlandse en art deco-invloeden te onderscheiden. Vervallen zou je het beslist niet kunnen noemen, maar het is wel toe aan een flinke opknapbeurt, die volgens de manager volgend jaar zijn beslag krijgt. Verveloze deuren en loslatend pleisterwerk tonen aan dat dit moment niet te vroeg gekozen is.

Karsten’s geometrische art deco stijl kunnen we regelmatig bewonderen tijdens onze wandeling. Onder meer panden aan Jl. Pemuda, vroeger Bodjong, een van dè straten van Semarang vroeger en nu. Zijn kantoorgebouw van de Stoomvaart Mij. Nederland uit 1930 is gelegen aan de Jl. Mpa. Tantular, voorheen Westerwalstraat. Het staat naast het sterk vervallen KPM-gebouw van F.J.L. Ghijsels, een andere grote naam uit de Nederlands-Indische architectuur. Aan de andere kant wordt de SMN geflankeerd door voorheen het gebouw van de Nederlandsche Handelmaatschappij uit 1908 . (Terug in Nederland spreken we toevallig een Nederlander die er prat op gaat complete glas in lood ramen en andere interieurelementen te slopen uit dit monument van weleer. Hij heeft een excuus: ‘Het staat helemaal léég! Niemand doet er iets mee!’)

En zo telt de oude stad nog vele, vele prachtige gebouwen en villa’s, al dan niet in deplorabele staat van onderhoud. Zoals het stijlvolle klassisistisch postkantoor. Het langgerekte station Tawang uit 1864 – misschien geen topontwerp, maar met de enorme sfeer die de oude en altijd volkrijke stations in Indonesië hebben.

En niet te vergeten het voormalige operahuis aan de Jl. Cendrawasih, vroeger Komediestraat. Het gebouw is zeer ernstig vervallen. In 1990 stortte het podiumhuis in, door de voortdurende overstromingen met zeewater waren de fundamenten aangetast. Het oorspronkelijke materiaal werd echter door de hooggeprezen monumentenliefhebber Pak Duddy opgeslagen. Hij tekende zelf voor een nieuw, zeer speels ontwerp, waarin oud materiaal was verwerkt en vestigde er het Old Town Café (Marabunta Café) in. De operazaal kon door gebrek aan budget nog niet hersteld worden en wordt nu bevolkt door vleermuizen. De eigenaar wil er een hotel vestigen, de stichting Yayasan Kota Lama Semarang opteert voor een serie kleine winkels en bedrijfsruimten, omdat er dan in elk geval mensen op af komen – ook in tijden van toeristische tegenspoed.

Wilhelminaplein (Tugu Madu) Kilometers ten zuiden van de oude stad ligt het nieuwe centrum van Semarang. Een deel daarvan kwam al in de Nederlandse tijd tot stand, inclusief tal van beschermenswaardige panden, ook hier. Centraal ligt het Wilhelminaplein, sedert 1949 Tugu Madu. Er staan vier opvallende gebouwen uit de Nederlandse tijd: de Raad van Justitie, het gebouw met de duizend deuren, het huidige gouvernementsgebouw van Midden Java, en de katholieke kathedraal.

Prachtig en beelbepalend is Lawang Sewu, Javaans voor duizend deuren, zelfs nu het zeer ernstig verwaarloosd is. Er groeit mos en onkruid op de gevel, het pleisterwerk is op veel plaatsen afgebladderd, zodat het baksteen bloot ligt. Ramen liggen eruit, deuren zijn hier en daar dicht getimmerd. Het trotse bouwwerk uit 1902, ooit het hoofdkantoor van de Nederlandsch-Indische Spoorweg Mij (NIS), op hun architectenbureau in Nederland ontworpen door B.J.F. Klinkhamer en J. Ouëndag, is op sterven na dood. Toch was de redding enkele jaren gelden heel nabij. Tutu Suharto, de vermogende dochter van de ex-president, had het plan opgevat er een hotel in te vestigen. Door de gebeurtenissen van twee jaar geleden is het project in de ijskast gezet. Maar het plan bestaat nog steeds en de Indonesiërs die we spreken, geven de moed niet op. Afbraak van het Lawang Sewu zou in elk geval een zeldzame vernietiging van cultureel erfgoed zijn.

Op sterven na dood
Semarang is mooi, maar niet lang meer, als er niets gedaan wordt. Semarang is in feite op sterven na dood. Het beeld dat achterblijft na een bezoek aan deze wijk: een deprimerend besef van desinteresse in monumentenbehoud. Ouwe troep van de Hollanders, we hebben wel wat beters te doen. Als panden al gebruikt worden, is het veelal slechts als opslagplaats, niet het meest ideale gebruik voor een goede conservering.

Er zijn lichtpunten. ‘Tot 2 jaar geleden was hier niet eens straatverlichting,’ zegt ir. Wirjani Raharjo. ‘Die is er nu wel. En kijk eens naar de bestrating. De gemeente opteerde voor asfalt, maar kon overtuigd worden stevige klinkers te plaatsen, wat veel beter bij deze wijk past, maar die ook voor een betere afwatering zorgen bij een stevige regenbui.’

Een tweede lichtpunt is de beslissing onlangs van het gouvernement van Midden Java om de oude stad van Semarang aan te wijzen als een van de speerpunten van het toeristisch beleid. Er worden faciliteiten en budgetten beschikbaar gesteld, maar externe investeringen blijven absoluut noodzakelijk.

Last but not least is het beleid van de gemeente Semarang zelf. De gemeente is wel degelijk geïnteresseerd in monumentenbehoud. Ze heeft aan het eind van de vorige eeuw 101 bouwwerken aangewezen tot beschermd monument, er mag niets veranderd worden zonder toestemming van het gemeentebestuur. Bijna alle belangrijke gebouwen van de koloniale periode zitten daarbij. In 1993 gaf de gemeente aan stedenbouwkundig bureau PT Wiswakharman opdracht een totaalplan op te stellen voor het behoud en herstel van de benedenstad. In 1995 kwam het ambitieuze plan gereed. Grootscheepse restauratie, herbestemming, toerisme zijn daarvan de sleutelwoorden. Uniek voor Indonesië was een verkeersplan, waarin auto’s zoveel mogelijk geweerd worden. De Jl. Letjen. Suprapto (Heerenstraat) zou zelfs geheel voetgangersdomein worden. Een flaneerboulevard met café’s en terrassen, beelden fonteinen en gietijzeren krullantaarns. Maar zeven jaar later lijkt de droom van het totaalplan ver weg. Het geld moet van het bedrijfsleven komen, dat in Indonesië helaas niet staat te trappelen zijn geld te spenderen aan het oude en kleinschalige.

Suspect
Voormalige operaDr. Andy Siswanto, directeur van PT Wiswakharman, schudt het hoofd. Nee, een goed klimaat voor monumentenbehoud is er niet. ‘Zelfs als het geld voor restauratie al binnen is, krijg je nog klachten: waarom dat geld niet besteed aan nieuwbouwprojecten voor arme mensen? In die monumenten woont niemand, waarom dan geld erheen? Maar wij wíllen juist dat er mensen gaan wonen, dat er iets mee gedaan wordt! Behoud van monumenten uit de koloniale tijd is bovendien enigszins suspect. Nee, er wordt hier vooral eindeloos gepraat over behoud van de Oude Stad. Maar er is nu actie nodig. Helaas is er sprake van een prisoners dilemma, en niemand wil de eerste zijn die investeert.’

Siswanto’s bedrijf stopt alle mogelijke energie in monumentenbehoud in Semarang, en elders in Indonesië. En bepaald toch niet zonder succes. Zijn bedrijf plaatste de lantaarns en sfeervolle klinkers in de Oude Stad. Twintig panden konden al opgeknapt worden. Om het redden van oud-Semarang op te tillen boven het bedrijfsbelang en breder te organiseren werd een stichting opgericht, de al genoemde Yayasan Kota Lama Semarang, met ook mensen van buiten het bedrijf in het bestuur. De stichting wordt kleinschalig gesponsord door bedrijven in de toeristische en horecabranche. Ook uitgever Asia Maior van het (uitverkochte) boek Semarang, beeld van een stad, sponsort de stichting. Er is internationale samenwerking met onder meer Unesco en de universiteit van Darmstadt.

Siswanto’s reddingsactiviteiten kwamen vooral na het rampjaar 1993 op gang. In dat jaar was de regenval in Semarang zo dramatisch, dat de volledige ondergang van de Oude Stad binnen enkele jaren op handen leek. ‘Kota Lama is sinking’ vertellen de mensen die we spreken. Iets daarvan konden we ons de dag na onze aankomst al voorstellen na een ongenadige hujan. Op het trottoir voor ons hotel hielden we het niet droog, het water kwam tot onze enkels en de straten stonden zelfs decimeters onder water. In de oude stad is het onder die omstandigheden allemaal nog een graad erger, de wijk is dan zo goed als onbereikbaar. Monumenten verzakken, fundamenten worden aangetast door het zeewater.

Toko Oen
We eten verschillende malen in Toko Oen, onder meer huzarensalade, die als zodanig op de kaart staat. Je kunt ook kroketten, saucijzenbroodjes, enz. eten, naast Indonesische gerechten.

Ook Malang op Oost-Java heeft zijn Toko Oen, maar alleen deze hier, aan de Jl. Pemuda, wordt nog gerund door de familie Oen, sinds 1936. De inrichting - glas in lood, stijlvolle lampen en meubels, veel hout - heeft dezelfde stijl als toen, een kapotte stoel wordt vervangen door een getrouwe kopie. Aan de muren nostalgische foto’s met bekende bezoekers, onder anderen koningin Juliana en zelfs Wieteke van Dort. We zitten in het aircongedeelte, met live optredens van locale bands, het bekende zouteloze evergreen repertoire. Voor de zoveelste keer ‘Yesterday’, ‘Are you lonesome tonight’, ‘My Way’. Beschaafd klappen we af en toe.

Om 10 uur ’s avonds zijn we de enige overgebleven klanten. Of we nog een verzoeknummer hebben. Jawel, ‘Es lilin’, zeggen we, ons een hartverscheurend oud Sundanees lied herinnerend, dat we ooit hoorden op een Jakartaans terras vol lawaaierige bierzuipende Australiërs. Verbazing, langdurig gegraai in partituren, even wat akkoorden oefenen, maar daar komt Es lilin. Ontroerend mooi uitgevoerd en met onverwacht succes. Want uit alle hoeken van het restaurant komt verbaasd personeel tevoorschijn. Koks en serveersters staan stralend in de deuropening van de eetzaal mee te luisteren, en beginnen sierlijk mee te deinen. Toko Oen: goed eten, unieke sfeer, maar de muziek mag ook best van yesterday zijn...

Literatuur, sites B. Brommer e.a.: Semarang, beeld van een stad. Asia Maior, 1995 Het oude Semarang op foto’s: www.semarang.nl Huib Akihary: Architectuur & Stedebouw in Indonesië. Waanders, 1988. H. Colijn (red): Nederlands Indië. Elsevier, 1913. Drs. H. Akihary: Ir. F.J.L. Ghijsels. Seram Press, 1996. Haryoto Kunto: Balai Agung di Kota Bandung. Penerbit PT Granesia Bandung, 1996 Mochtar Lubis: Het land onder de regenboog. Sijthoff, 1979. Recente foto's van oud-Semarang: www.visualtext.nl/semarang

Bert Franssen en Ruud van Soest


N I E U W S
Lezing 'Bestaat er een Europese Architectuur?'
Ja, betoogt architectuurcriticus Hans Ibelings in een lezing met veel beelden. Podium 303 op de KNSM-laan 303, zondag 22 januari. Meer... 

Interviews met architecten Oostelijk Havengebied on-line
Interviews met de belangrijkste ontwerpers van het Oostelijk Havengebied zijn te beluisteren op de nieuwe website: Architectuur Amsterdam. Meer...

Nieuwe boekhandel op 'Cultuurboulevard' KNSM-laan
Er is lang op gewacht: een boekhandel met eigen gezicht in Loods 6 op de KNSM-laan. Eigenaar Van Pampus: 'Wij bouwen hier een eiland van boeken.' Meer...

Nieuw boek: Ontdek het Oostelijk Havengebied
Geschiedenis, architectuur, erfgoed, kunst, cultuur en eten & drinken. Stadswandelkantoor schreef het complete boek over het Oostelijk Havengebied. meer...

'Die vrouw moet terug'
Na een verblijf van bijna dertig jaar elders is de beeldengroep Amphitrite weer thuis op het oude KNSM-terrein. Arnold Korporaal schreef er een boek over. Meer...

Bijzondere schilderijen IJ-oevers bij Open Atelierdagen
In het weekend van 6 en 7 juni toont Sigrid van Essel tijdens de Open Atelierdagen haar bijzondere schilderijen over de IJ-oevers. Niet toevallig zeer in trek bij architecten. Meer...

Meer recent nieuws...
Oostelijk Havengebied Amsterdam. Copyright © Visual Text, Amsterdam. All rights reserved.